Voornaamste benodigdheden:
Een soepkip of een braadkip (de braadkip is veel sneller gaar en heeft ook een andere textuur en een andere smaak).
Nodig om de kip te garen:
- 1 prei
- 1 kleine wortel
- 1 kleine selder
- 1 ajuin
- 1 bouquet garni
- 250 gr champignons
- 1 citroen
- pezo
- kruidnagel.
Voor de gevogelte velouté:
- 30 gr boter en 35 gr bloem voor de blanke roux
- 1/4de liter gevogelte fond
- 1 eigeel en 4 cl room = liaison
Voor de tomatensaus:
- 1 ajuin
- 1 wortel
- 30 gr mager spek
- 1 lookteentjes
- 1 blad laurier
- 1 takje tijm
- 2 el olijfolie
- 25 gr boter
- 35 gr bloem
- 150 gr tomatenpuree
- ½ liter blanke fond
- ½ glas witte wijn.
Om te paneren (à l’anglaise):
- 2 eiwitten (losgeslagen met pezo
- 1 druppel olie)
- 20 gr bloem
- paneermeel
Om af te werken:
- Peterselie (om te frituren)
- citroenpartjes.
Hoe:
- De kip garen:
- De kip opzetten in koud water, aan de kook brengen en afschuimen.
- Alle ingrediënten voor de gevogeltefond toevoegen, regelmatig afschuimen en ontvetten.
- De kip uitnemen bij volledige gaarheid, de vel en de beenderen verwijderen en het vlees in dobbelsteentjes snijden.
- De champignons reinigen, in kleine dobbelsteentjes snijden en, garen in de kippenfond, uitnemen en bij de kippenblokjes voegen.
- De tomatensaus bereiden:
- Fruit de ajuin, het spek en de wortel 3 minuten in de olijfolie, voeg de look toe en fruit nog 1 minuut verder, voeg de tomatenpuree toe en laat even mee stoven (zeer belangrijk), blus met de witte wijn en voeg de blanke fond toe, laat zachtjes sudderen gedurende 1 uur.
- Bereid ondertussen de blanke roux.
- Neem het spek uit en voeg de roux toe, laat garen en binden.
- Mix en passeer de saus en breng op smaak.
- De velouté bereiden:
- Een blanke roux maken van de boter en de bloem, laten afkoelen.
- De gevogeltebouillon aan de kook brengen, ontvetten, binden met de roux, goed laten doorkoken, afwerken met de liaison (van het vuur af), de kippenblokjes en de champignons toevoegen, op smaak brengen.
- Storten op een geoliede plaat, het oppervlak bedekken met plasticfolie.
- Volledig laten afkoelen en opstijven in de koelkast.
- De kroketten paneren:
- De samenstelling ontvormen op een met bloem bestrooide snijplank.
- Eerts lichtjes met bloem bestrooien, dan portioneren.
- Door de anglaise halen, het teveel aan eiwit zachtjes afkloppen, dan door het paneermeel halen.
- De kroketten met een mes bijspatelen en afgedekt in de koeling plaatsen.
- De peterselie en de citroen:
- De peterselie ontdoen van de stelen, wassen en drogen.
- De citroen in partjes snijden.
- De kroketten afwerken:
- De kroketten in de frituur goudbruin bakken.
- Op keukenrol laten uitdruipen.
- De peterselie frituren, op keukenrol laten uitlekken en licht met zout bestrooien.
- De kroketten op een warm bord leggen, met het citroenpartje en de gefrituurde peterselie, de tomatensaus apart serveren.